The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


DE YOGALEVENSWIJZE

Swami Krishnananda

In de beoefening van Yoga zijn er, zoals in alle vormen van opvoeding, noodzakelijkerwijs vijf elementen in het spel: de leraar, de leerling, het doel, het onderwerp en de methode. Vaak blijft succes achterwege door een gebrek aan klaarheid in deze belangrijke factoren. De meeste mensen bereiken niets tastbaars, omdat ze de hoofdzaken vergeten.

De belangrijkste factor is de leraar, zelfs meer nog dan de studie zelf. De aard en de competentie van de leraar spelen in het Yogasysteem een hoofdrol. Leraren hebben ofwel geen interesse voor de leerlingen of hun kennis is ontoereikend en is niet wat de leerling nodig heeft. Een van de belangrijkste kenmerken van de leraar is dat hij echt voelt wat hij zegt en het in hoge mate ook beleeft. Slechts dan is zijn onderricht doeltreffend. Goede leraren spreken niet alleen met woorden, maar door hun leven. Een breuk tussen het innerlijke en het uiterlijke leven van een leraar kunnen zijn inspanningen doen mislukken. Ten tweede moet een goede leraar in staat zijn de leerling zelfs nog beter te begrijpen dan het onderwerp. Hij moet onderwijzen wat de leerling nodig heeft. Spreken wordt gedaan tegen mensen en niet tegen muren of een zaal. Hij moet niet meer en niet minder zeggen dan wat de leerling in zijn huidige staat nodig heeft. Ten derde moet er een kracht in het onderricht zijn die van de leraar zelf komt en niet van zijn studies of zelfs niet van de aard van het onderwerp. De leraar is een levend wezen en zijn aanwezigheid heeft een eigen effect op de leerling. Men wordt meer ge•nspireerd door te luisteren dan door te lezen.

De leerling speelt een niet minder belangrijke rol. Zonder ontvankelijkheid verzwindt het onderricht in het ijle. Een versnippering van energie tengevolge van velerlei interesses, door allerlei verstrooiingen zoals sociale of politieke problemen enz. en persoonlijke moeilijkheden belemmeren het juiste ontvangen van het onderricht. Ook wanneer de leerling bezorgd, in de war enz. is, staat hij niet open voor het onderricht. De leraar en de leerling zijn zoals de rechter- en de linkerhand en vormen een harmonieuze beweging waarin kennis wordt geopenbaard. De leerling moet competent genoeg zijn om kennis te ontvangen en hij moet in staat zijn zich van complicaties en problemen te bevrijden en zijn hart op het onderwerp te richten.

Het doel van Yoga is niet altijd gemakkelijk te begrijpen. Yoga is een proces om het hoogste te bereiken, maar om ook een zin van volmaaktheid te brengen in kleine dingen zoals zijn kantoorwerk of beroep. Volmaaktheid is Yoga, in om het even welk domein of taak. Yoga is een systeem om evenwicht te scheppen, eerst met uiterlijke personen en dingen en later in zijn eigen wezen, op de fysieke, psychologische, intellectuele en spirituele niveaus. In harmonie zijn met de natuur is het eerste stadium van Yoga. Hoe dichter je bij een evenwicht van krachten komt, hoe dichter je bij Yoga komt. De reactie van de wereld is wat je tegenover hem doet. Dit is een psychologisch geheim dat een leerling van Yoga ten volle moet begrijpen. Hij reageert niet, maar probeert met groot geduld te begrijpen. Als je jezelf van binnen verandert, verandert de wereld op dezelfde manier tegenover jou. Dit is het vereiste basisbegrip in Yoga.

Nu het onderwerp van Yoga. Yoga is geen boek dat je alleen maar moet lezen. Het is een onderwerp waarvan boeken slechts een belichaming zijn. Waar ga je heen en wat verlang je van Yoga?

Yoga is niet eenzijdig. Dit is de hoofdzaak. Yoga leert hoe het eeuwige geluk te bereiken door in ons, blijvend, een evenwicht te scheppen, waar uiterlijke voorwerpen slechts een tijdelijke vreugde schenken. Yoga is een onafhankelijke inspanning, die geen verband houdt met vergankelijke voorwerpen. Yoga brengt geluk zelfs zonder personen of dingen rond jou, zelfs als je alleen bent. De Yogi wil niets, omdat zijn geluk niet afhankelijk is van iets uiterlijks. Een juiste psychologische aanpassing aan de Werkelijkheid is het grote doel van Yoga. Wanneer dat wordt bereikt, manifesteert zich een bewust geluk dat gelijk is aan alle bestaan. Volmaakt geluk is een volmaakte staat van bewustzijn. Het onderwerp van Yoga bestaat uit al die toegevingen en aanpassingen, insluitsels en uitsluitsels, uiterlijk zowel als innerlijk, die nodig zijn om die geheimzinnige en toch onvermijdelijke heelheid van het leven, universele harmonie, op te bouwen.

De Yogi bij uitstek is hij die, altijd verenigd met de innerlijke Eeuwige Werkelijkheid, een normaal leven leidt, werkend in de wereld voor het welzijn van allen, anderen leiding gevend zonder hun geloof te verstoren. Het betekent vriendelijk te leren omgaan met het heelal en het niet proberen te veroveren alsof het een vijand was. Het relatieve moet overeenstemmen met het Absolute, al is het relatieve niet het Absolute in de eigenschappen die het manifesteert. Het is verheven gehoorzaamheid aan de wet, door liefde. Uitgerust met deze innerlijke verlichting kan de zoeker het pad van Yoga betreden in om het even welke roeping. Elke daad wordt dan een noodzakelijke uitdrukking van de impuls om het Hoogste te zien en te dienen in alle wezens. Alle handelingen worden dan een verering van God met de liefde die het hart van de zoeker overspoelt. Elke categorie van dit heelal, elke soort ervaring, elke vorm van bewustzijn wordt een goddelijke eredienst en een spel van de Oneindigheid. De schoonheid ervan is dat men zich afstemt op de Oneindigheid in ieder stadium van het leven, zelfs bij de meest fundamentele stap, met de op dat bepaalde niveau gegeven krachten. De levenswijze van Yoga is in feite een samensmelting van standvastige aandacht, begrip en een intens verlangen naar DAT wat uiteindelijk IS. Yoga is het leven dat iedereen moet leiden, maar met de kennis betreffende wat het is en wat zijn relaties met het heelal echt zijn.